Het is de schrik van elke tuinbezitter: schimmelziekte op de planten. Van het ene op het andere moment kan een ogenschijnlijk gezonde plant zijn aangetast. Planten die op de verkeerde plaats staan en moeten overleven in een ongezonde omgeving worden snel aangetast. Zorg daarom altijd voor voldoende lucht tussen de planten. Plaats de planten ook op de juiste plek. Zonaanbidders in de volle zon en schaduwplanten in de schaduw. Ook de conditie van de grond is erg belangrijk. Een goed en gezond bodemleven is daarbij van groot belang. De grond moet goed los zijn en voldoende voedingsstoffen bevatten.
Echte meeldauw
Echte meeldauw is te herkennen aan de witte, meelachtige schimmel die voorkomt aan de bovenkant van de bladeren, bloemen en/of stengels. Later wordt de schimmel donker van kleur. De infectie begint vaak aan de bovenzijde van het blad en breidt zich daarna snel uit. De bladeren krullen om en de hele plant vertoont een groeistilstand. Sterk geïnfecteerde planten sterven zelfs af.
Echte meeldauw ontwikkelt zich bij droog weer in de zomer. Dicht gegroeide beplanting, waar bovendien sprake is van een slechte luchtcirculatie, is een ideale omgeving voor het ontwikkelen van Echte meeldauw. Ook in slecht geventileerde kassen kan de schimmelziekte zich ontwikkelen.
Echte meeldauw plant zich voort door sporen, die via de wind over de tuin verspreid worden. Verwijder alle aangetaste delen zo snel mogelijk.
Valse meeldauw
Valse meeldauw is te herkennen aan de gelige vlekken aan de bovenzijde van de bladeren. De gele vlekken verkleuren later bruin. Aan de onderkant van het blad is een pluizige schimmelgroei waar te nemen. Deze is vuil wit of roodachtig van kleur.
Jonge beplanting die in een vochtige omgeving staan zijn extra vatbaar. Sterk aangetaste bladeren zullen vanzelf afvallen. Verwijder deze én de overige aangetaste bladeren zo snel mogelijk uit de tuin.
Valse meeldauw kan ook overslaan naar de bloeiwijze, waardoor later in het seizoen de vruchten en/of bessen aangetast blijken te zijn. Ze zullen dan verkleuren (blauw/paars) en vervolgens verschrompelen.
Rozenroest
Rozenroest treedt op in de zomer en is te herkennen aan de geelachtige vlekken op het rozenblad. Tegelijkertijd verschijnen aan de onderkant van het blad kleine roestoranje gekleurde puistjes. Sterk aangetast blad valt van de struik af. Verwijder zo snel mogelijk alle aangetaste plantdelen.
Rozenroest ontwikkelt zich voornamelijk bij vochtig weer. Zorg dat de struik voldoende lucht krijgt. Snoei de rozenstruik daarom regelmatig en zorg daarbij dat het hart van de struik goed open is. Teveel bemesten met stikstof maakt de rozenstruik ook erg vatbaar voor Rozenroest.
Sterroetdauw
Sterroetdauw komt voornamelijk voor in rozen, maar ook laurierstruiken kunnen er last van hebben. Aan de bovenkant van het blad verschijnen ronde grijze tot grijszwarte vlekken.
De sporen van Sterroetdauw overwinteren op de grond. Door opspattende regen slaat het over op de struik. Zodra Sterroetdauw wordt waargenomen moeten alle aangetaste plantdelen verwijderd worden. Ook afgevallen bladeren moeten van de grond verwijderd worden.
