Onkruid in de tuin

Wat is onkruid?

Onkruid wordt ook wel omschreven als ongewenst kruid. Deze omschrijving geeft gelijk aan dat het enigszins willekeurig is welke planten onkruid genoemd kunnen worden. Want wat voor de ene tuineigenaar een ongewenst kruid is, kan voor de ander best een gewenst kruid zijn. Een eigenaar van een strakke formele tuin zal meer als ongewenst beschouwen dan iemand die in het rijke bezit is van een natuurlijke tuin.

Soms wordt van een plant die het in de tuin te goed doet ook gezegd dat het net onkruid is. Ook zich hinderlijk uitzaaiende soorten worden al erg snel als onkruid aangeduid. Tuineigenaren duiden meer planten als zijnde onkruid aan, dan bijvoorbeeld Rijkswaterstaat dat zal doen. Immers aan de natuurlijke beplanting in bermen, langs slootkanten of op dijken worden heel andere eisen gesteld dan de beplanting in een particuliere tuin.

Wortelonkruiden

Wortelonkruiden behoren tot de hardnekkigste onkruiden. Het zijn planten met een diepe penwortel of met sterk uitlopende wortelstokken.

Een voorbeeld van een onkruid met een diepe penwortel is Taraxacum officinale (Paardenbloem). Aegopodium podagraria (Zevenblad) vormt met zijn uitlopende wortelstokken een ware plaag voor elke tuinbezitter en is zeer moeilijk uit te roeien.

Andere bekende wortelonkruiden zijn Cirsium arvense (Akkerdistel), Elymus repens (Kweek), Equisetum arvense (Heermoes), Potentilla anserina (Zilverschoon), Rumex obtusifolius (Ridderzuring) en Urtica (Brandnetel).

Het verwijderen van wortelonkruiden uit de tuin is een uiterst precies en geduldig werk. Het hele tuingedeelte waar het onkruid voorkomt moet ontdaan worden van elk stukje wortel. Blijft er een puntje wortel achter, dan is er zo weer een nieuwe plant uitgegroeid. Let ook op de omringende beplanting. Ook daar kunnen in de wortelkluit wortels van het onkruid zijn doorgedrongen. Als dit het geval is, dan moet deze plant geheel worden uitgegraven en de wortelkluit goed worden schoongemaakt. Bij twijfel is het verstandig om deze plant niet meer terug te planten in de tuin. Want is er toch een stukje wortel van het onkruid achtergebleven, dan begint de plaag gewoon opnieuw. Al het werk is dan voor niets geweest.

Zaadonkruiden

Zaadonkruiden kunnen veel eenvoudiger verwijderd worden, omdat ze vrij oppervlakkig wortelen. Door goed te schoffelen of te wieden tussen de beplanting is dit goed in de hand te houden. Zaadonkruiden zijn afkomstig van planten die makkelijk en snel veel zaad produceren. Vooral de eenjarige planten verspreiden veel zaad. Het is daarom zaak om regelmatig te schoffelen. Voorkom daarmee dat de ongewenste kruiden in bloei komen en al helemaal dat ze zaad gaan aanmaken en verspreiden.

Veel voorkomende zaadonkruiden zijn Atriplex prostrata (Spiesmelde), Chenopodium album (Melganzenvoet), Galinsoga quadriradiata (Harig knopkruid), Poa annua (Straatgras), Senecio vulgaris (Klein kruiskruid), Sonchus oleraceus (Gewone melkdistel) en Stellaria media (Vogelmuur). Vrijwel allemaal onbekende namen, maar met een afbeelding erbij zijn ze heel herkenbaar. Elke tuineigenaar is ze ongetwijfeld meerdere malen tegengekomen in zijn of haar tuin.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *